Koester en onderzoek het lokale gemeenschapsleven

2020 en 2021 zijn de jaren van thuis. Thuis wonen, thuis slapen, thuis leven, thuis ontspannen, thuis sporten, thuis leren en thuis werken. En met thuis wordt ook het belang van lokale verbanden groter. 2020 was een jaar van je eigen gemeenschap, soms virtueel over grenzen heen maar veel vaker lokaal. De grote wereld is weer klein geworden. De ontworteling veroorzaakt door de globalisering lijkt op zijn retour en maakt plaats voor een herwaardering van lokale gemeenschappen. De belangstelling voor lokale producten neemt toe en ook ons geefgedrag wordt loyaler en lokaler. “Wees loyaal, koop lokaal” en “wees sociaal, help lokaal”. Voor ons is dit een herkenning en emancipatie van oude diep gewortelde mechanismen in een vestingstad zoals bijvoorbeeld ’s-Hertogenbosch, de gemeente met volgens het CBS percentage gewijs het grootste vrijwilligerscorps van Zuid-Nederland.

 

Door Jan de Rond & Lucas Meijs

 

Lokaal gemeenschapsleven in de lift

In ’s-Hertogenbosch verzamelde Jan de Rond de oprichtingsdata van 1.240 organisaties. Duidelijk is dat het gemeenschapsleven in ’s-Hertogenbosch zeer rijk, vitaal en veerkrachtig is en een fascinerende, lange geschiedenis kent. De oudste nog actieve organisatie stamt uit 1268. Opvallender, sinds de eeuwwisseling zijn 550 nieuwe organisaties opgericht, waarvan 300 sinds 2010. Hoezo mensen willen niet meer? De grootste groei zit in de kunst & cultuur sector (135), gevolgd door de sociaal maatschappelijke hoek (110). In dezelfde periode, de afgelopen 20 jaar, is het aantal vrijwilligers met 40% gegroeid. Van 33.000 begin deze eeuw naar 46.000 in 2018. Binnenkort worden de cijfers over 2020 bekend!

Gelukkig hebben lokale goede doelen in de ogen van donateurs in geld en tijd (vrijwilligers) de wind mee. Ze genieten in vergelijking met andere instanties het grootste donateursvertrouwen, zo blijkt uit onderzoek. Wederom, in een stad zoals ’s-Hertogenbosch wordt al vele decennia (eeuwen zelfs) aan fondsen- en sponsorwerving gedaan. Onopgemerkt gaan er flinke budgetten om. Te denken valt aan de vele uren die beschikbaar worden gesteld (vrijwilligerswerk), maar ook aan de inzet van talenten, het gratis beschikbaar stellen van ruimten, materialen, het doneren van geld en het geven van gratis publiciteit. Covid is dus vooral een versneller!

Lokale gemeenschappen ondergewaardeerd

Maar op een of andere manier is er weinig belangstelling en waardering voor de lokale kracht. Het is spijtig dat er in Nederland weinig diepgaande kennis is over de omvang en variatie van deze lokale vrijwilligers-, sponsor- en fondsenwervingsmarkt. Hier en daar worden wel pogingen gewaagd om een en ander in kaart te brengen maar een vergelijkbaar beeld krijgen met de grote fondsen, nationale en internationale doelen, is nog niet aan de orde.

Op basis van de landelijke 2018 data van VU-Amsterdam (Geven in Nederland) en het onderzoek in ’s-Hertogenbosch naar vrijwilligerswerk is een eerste indicatie over de omvang en waarde van het Bossche gemeenschapsleven te construeren. Aan vrijwilligerswerk wordt dan jaarlijks ongeveer voor zo’n 138 miljoen euro aan werk verzet (2018, fictief ‘loon’ € 15 p/u) terwijl sponsors, donateurs en fondsen zo’n 50 miljoen euro inbrengen. Ter vergelijking, de gemeentelijke begroting 2018 van ’s-Hertogenbosch was 748 miljoen euro groot. Dat is een verhouding tussen particuliere inbreng en lokale overheid van 1 op 4. Voorwaar geen kleinigheid!

Eenzelfde verwaarlozing van het lokale kan gezien worden bij bedrijven. Heel veel is bekend over en is aandacht voor een paar multinationale ondernemingen, maar veel minder over het MKB. Daarom is het spannend dat Jacco Vonhof van MKB Nederland claimt dat zijn deel van het bedrijfsleven onopvallend veel aan lokale organisaties bijdraagt, 1 miljard euro per jaar: ''Ondernemers lossen talloze sociaal-maatschappelijke problemen op door 'gewoon' in actie te komen.''

Door het gebrek aan lokale informatie blijft de aandacht en discussie zich dus richten op de landelijke grote partijen en spelers die, naar onze overtuiging, slechts een (klein) deel van de markt bestrijken. Veel aandacht voor goudhaantjes, weinig voor waterdragers. Oftewel: olifanten krijgen de aandacht, terwijl mieren onopvallend het werk doen.

Tijd voor emancipatie, een dubbele groeiversneller

Gelukkig is de werkelijkheid anders dan het portret dat media en dergelijken ons geven. Het gaat steeds beter met de lokale energie. Wij voorzien een positieve dubbele groeiversneller.

Lokale bemiddelaars

Een groeiend aantal lokale organisaties is in toenemende mate in staat om donoren, fondsen en sponsoren aan zich te binden. Lokale bemiddelingsinitiatieven die partijen aan elkaar verbinden spelen daarbij een aanjagende en stimulerende rol (Mooi zo Goed zoDe UitdagingBeursvloerLokale Goededoelengids). Opnieuw nemen we de cultuurstad van het zuiden als referentiekader. In ’s-Hertogenbosch zijn in 25 jaar door Mooi zo Goed zo en de Bossche Beursvloer deals gesloten met meer dan 600 bedrijven en instellingen ten behoeve ruim 300 lokale organisaties, daadwerkelijk ‘Versier de stad!’. Samen met duizenden vrijwilligers werden bijna 1.000 sociaal-maatschappelijke projecten gerealiseerd met een maatschappelijke waarde van circa 18 miljoen euro.

In de sport en cultuur wereld zijn in ’s-Hertogenbosch vergelijkbare initiatieven onstaan: ’S-Port Support en CultuurBosch. Bij dit gezelschap heeft zich onlangs de Stichting Goede Doelen ’s-Hertogenbosch gevoegd die met haar Bossche Lokale Goededoelengids een aanzienlijke duit in het lokale zakje kan gaan doen. Het nieuwe concept Lokale Goededoelengids is zo jong dat nog weinig over de omvang te zeggen valt. Op basis van de gegevens van de VU-Amsterdam (Geven in Nederland) is de verwachting dat de opbrengst van de gids zal groeien naar 2 tot 2,5 miljoen euro aan jaarlijkse donaties en nalatenschappen voor de Bossche samenleving.

Duurzame relaties

Lokale organisaties werken met een gemeenschapsgerichte benadering die in ‘olifanten’ fondsenwervingsland relatief ongebruikelijk is. Daar is het Angelsaksisch model leidend, dat werkt vanuit een dominant perspectief voor grote donoren. In de kern probeert men de grote donoren maximaal te benutten, vergelijkbaar met een melkkoe waar je zo veel en zo lang mogelijk melk uit probeert te halen. Het ontbreekt deze traditionele, Angelsaksische benadering aan een perspectief voor de langere termijn. Simplistisch gezegd: rijke donoren worden uitgemolken en vervangen door nieuwe rijke donoren die buiten de filantropie rijk zijn geworden. Uitgemolken en afgedaan, jammer en helaas!

De ‘gemeenschapsgerichte fondsenwerving’ is circulair en heeft de belofte van duurzaamheid in zich. Het verbindt de donor, de bemiddelaar, de organisatie en de ontvanger in een lokale samenleving met begrip en korte afstanden. Het biedt de mogelijkheid tot het ontwikkelen van de relatie tussen donor, ontvanger én gemeenschap. In dit model klopt het gezegde ‘Free gifts don’t make friends’ niet meer. Thomas Jeavons zegt het treffender: “Growing Givers’ Hearts : Treating Fundraising As A Ministry”. 

Samen kom je verder

De lokale initiatieven binden donor en goede doelen aan de lokale gemeenschap en geven ruchtbaarheid aan de tot stand gekomen samenwerking. Dat kan anderen verleiden hetzelfde te doen, want ‘goed voorbeeld doet volgen’. En dat is weer goed voor de gehele gemeenschap. Hierop is Het Rijnlandse model zeer van toepassing: samen met vele partijen maak je de wereld beter, mooier, groener en socialer. Het is niet ‘winner takes all’, het gaat om iedereen en samen. Alleen ben je sneller, samen kom je verder!

Jan de Rond is sociaal makelaar bij Lokale Goededoelengids NL

Lucas Meijs is hoogleraar strategische filantropie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam 


Het artikel is op internet gepubliceerd in/bij:
Platform Vrijwillige Inzet (9 juni 2021)
Brabants Dagblad (22 maart 2021)
Linkedin (17 februari 2021)
Erasmus Universiteit Rotterdam, School of Management

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

Neem contact met ons op.

In de media Contact Subsites
Volg ons op